
“Bedrijven benaderen de AI transformatie met incomplete informatie.”
Dat schrijft Ethan Mollick (bekend van het boek Co-Intelligentie) in een mooie bijdrage op zijn website. Volgens hem heerst er veel optimisme over AI op de werkvloer, ervaren medewerkers prestatiewinst en verschijnen er slimme AI-agents die zelfstandig hun werk kunnen doen in allerlei sectoren. Maar opvallend genoeg blijven de bedrijfsresultaten achter. Waarom? Omdat individuele AI-prestaties niet automatisch leiden tot betere teams, processen of organisaties. Daarvoor is iets anders nodig: een fundamentele transformatie van hoe we werken.
AI werkt wél, maar nog niet breed genoeg
Laten we de cijfers erbij pakken:
- Amerikaanse werknemers melden dat AI hun productiviteit verdriedubbelt. Taken van 90 minuten duren nu nog 30 minuten.
- Uit datzelfde onderzoek onder Amerikaanse werknemers bleek dat 40% van de werknemers in april 2025 AI op de werkvloer gebruikte, waar dat een paar maanden eerder nog maar 30% was.
- Deense kenniswerkers zeggen dat AI bij 41% van hun taken de werktijd halveert.
Toch zien bedrijven maar beperkte rendementen. Geen significante daling van werkuren. Geen stijging van lonen. Geen revolutionaire sprongen in efficiëntie. Dat lijkt tegenstrijdig, maar dat is het niet. De reden is simpel volgens Mollick: AI werkt op individueel niveau, maar bedrijven hebben hun organisatie nog niet mee veranderd.
Waarom AI vraagt om een andere manier van organiseren
AI is geen kant-en-klare software die je ‘uitrolt’. Het verandert de aard van werk. Het vervangt geen banen, maar wél taken. Juristen kunnen daarbij denken aan juridisch onderzoek, documentanalyse en op termijn zelfs klantcommunicatie. Maar dan moet de organisatie volgens Mollick wel ingericht zijn op zo’n verandering. De sleutel daarvoor ligt bij drie onderwerpen: leiderschap, medewerkers en het lab. Samen vormen ze het vliegwiel voor een succesvolle AI-transformatie binnen een organisatie.
Leiderschap
AI begint als een leiderschapsvraag. Het is natuurlijk goed dat CEO’s op dit moment veel tijd steken in AI.
Werknemers willen echter meer dan dat, ze willen weten:
- Hoe ziet mijn werk er over zes maanden uit?
- Worden AI-winst en werkgelegenheid eerlijk verdeeld?
- Waarmee mag ik experimenteren, en waarmee niet?
Zonder dat duidelijke beeld blijft het bij vrijblijvendheid. Zeker in juridische organisaties, waar voorzichtigheid de standaard is, is het cruciaal dat leiders ruimte bieden voor gecontroleerde innovatie.
Dat betekent:
- Niet alleen waarschuwen voor AI-risico’s, maar ook zones aanwijzen binnen een bedrijf waar geëxperimenteerd mág worden. Voorbeelden van bedrijvenwaarin dit al zeer vergaand wordt doorgevoerd zijn Shopify en Duolingo.
- AI-vaardigheden ontwikkelen met focus op praktijk en toepassing, niet alleen ethiek en regelgeving. Het gaat om vaardigheden zoals het formuleren van goede prompts, het beoordelen van AI-output en het effectief inzetten van AI binnen bestaande werkprocessen.
- Vertrouwen opbouwen: medewerkers moeten intern en wellicht extern durven te delen wat ze met AI doen, zonder angst voor ontslag of reputatieschade. Als organisatie moet je dus expliciet zeggen: AI-gebruik mag, experimenteren wordt aangemoedigd. Laat leidinggevenden zelf AI gebruiken en openlijk delen wat werkt én wat niet werkt.
De medewerker
De echte innovatie gebeurt op de werkvloer. Juist ervaren medewerkers signaleren waar AI nuttig kan zijn en waar niet.
Maar dat werkt alleen als ze:
- De vrijheid voelen om AI te gebruiken.
- Hun bevindingen kunnen delen met collega’s.
- Weten dat AI-vaardigheid gewaardeerd wordt.
Wat zien we in de praktijk? Slechts 20% van de medewerkers gebruikt officieel de AI-tools van hun werkgever, terwijl meer dan 40% stiekem AI gebruikt. Ze zijn bang dat hun prestaties worden gerelativeerd (“dat was AI”) of dat het leidt tot bezuinigingen.
Leiders moeten dus zorgen dat AI-gebruik:
- Legitiem is: geef toestemming en richtlijnen.
- Veilig voelt: geen sancties, maar waardering.
- Geactiveerd wordt: beloon medewerkers die AI slim inzetten.
Het lab
Naast de spontane innovatie vanuit de medewerkers is er ook behoefte aan een meer gestructureerde aanpak: een intern AI-lab.
Dat hoeft geen R&D-afdeling te zijn, maar wel een team dat:
- Snelle prototypes bouwt met AI (zoals juridische workflows).
- Benchmarks ontwikkelt: wat werkt écht goed in onze context?
- Experimenteert met nieuwe werkvormen (zoals human-agent teams).
- Demo’s maakt die aanzetten tot denken én actie.
- Dat de ruimte krijgt om mini-labs op te bouwen, bijvoorbeeld binnen één rechtsgebied.
Bovendien belangrijk om deze labs niet alleen te laten draaien door de ICT-afdeling. Combineer AI-enthousiastelingen met juristen, beleidsmakers en procesexperts.
Vijf acties waarmee je volgens Mollick vandaag kunt beginnen
- Stel een AI-taskforce samen Combineer juridische kennis, technologie en veranderkunde. Begin klein, leer snel.
- Maak het gebruik van AI zichtbaar en bespreekbaar Verzamel en deel de lessen en fouten, juist als ze nog niet perfect zijn.
- Experimenteer met verschillende tools Laat AI stukken opstellen, laat juristen redigeren. Analyseer waar het wringt of werkt.
- Beloon AI-innovatie Beloon medewerkers die nieuwe toepassingen vinden. Geef tijd, ruimte én erkenning.
- Herontwerp taken, niet alleen tools Vraag je af: waarom doen we dit werk eigenlijk zo? Wat verandert als AI het overneemt?
Conclusie
AI verandert niet alleen het gereedschap, maar het speelveld waarop we werken. De grootste uitdaging is niet technologisch, maar organisatorisch: hoe herontwerp je werk in een wereld waarin kennis op afroep beschikbaar is? Wie nu leert en experimenteert, bouwt een voorsprong op. Juist omdat nog niemand precies weet hoe het moet.